X Voegwoorden

Notes
BASIC COORDINATING CONJUNCTIONS
enandand, und
oforor, oder
maaraberbut, aber
wantweilbecause
dus (ö)SO
SUBORDINATING CONJUCTIONS (almost all)they link it with the main part of the sentence (+ verb at the end)
hoewelContrast?
omdat / doordatbecause / because datorita!Cause
VANWEGEbecause din cauza!
zodatso thatConsequence
als / tenzijCondition
terwijl / zodra / wanneer / totdat / voordatwhile / as soon as / when / until / before + verb finalTime
dat / of *)*) whether / if + verb finalSubclause as an object
voor
nu
toen
nadat
zolang als
sinds
waardoor
opdat
indien
mits
ofschoon
ondanks dat
zoals
alsof
of (het morgen)
*** Subordinate clause - verbs comes at the end:
Het boek is duur, omdat het oud IS.
*** Subordinate clause before main clause (for emphasis), subject and verb SWITCH places:
Omdat het oud is, IS het boek duur.
dan (wel) ?
zowel alsboth +verb2
Ze denkt TERWIJL ze schrijft.She thinks WHILE she writes.
Hij weet niet OF het rood is.He doesn't know IF it is red.
Ik draag schoenen, ZODAT mijn sokken schoon blijven.I wear shoes so that my socks stay clean.
De jongen eet TERWIJL hij kookt.The boy is eating WHILE he cooks.
Ik weet niet OF ze VAN soep HOUDEN.I don't know IF they like soup.
Ik fiets TERWIJL hij fietst.I bike while he bikes.
We eten, TOTDAT onze borden leeg zijn.We eat UNTIL our plates are empty.
Het kind draagt het hemd, OMDAT het schoon IS.The kid wears the shirt BECAUSE it is clean.
Wij werken, TOTDAT wij ZWAK ZIJN.We work UNTIL we are WEAK.
Ik drinkt het sap, OMDAT het lekker IS.I drink the juice because it is tasty.
Zij schrijven TERWIJL ik slaap.They write WHILE I sleep.
Weet je OF het regent NU? wrong? / Weet jij OF het NU regent?Do you know IF it is raining now?
Ze staat op de tafel, ZODAT iedereen haar ZIET.She is standing on the table SO THAT everybody sees her.
Ik weet niet WAAROM bananen geel ZIJN.I don't know why bananas are yellow
De man spreekt ZOWEL Engels ALS NederlandsThe man speaks both English and Dutch
We eten, ZODRA de soep warm IS.We eat AS SOON AS the soup is warm.
Mijn broer is licht, DOORDAT hij klein IS.My brother is light, because he is small.
Ik ben sterk, DOORDAT ik zwem.I am strong because I swim.
Ik ga naar huis, VOORDAT het donker WORDT.I go home, BEFORE it gets dark.
ZODRA het regent, GAAN wij naar huis.As soon as it rains, we are going home.
We hebben ZOWEL witte ALS rode wijn.We have BOTH red and white wine.
We zeggen dag, VOORDAT we naar België GAAN.We are saying goodbye we go to Belgium.
Weten jullie WAAR mijn huis IS?Do you know WHERE my house is?
Zij doet dat zodra jij slaapt.She does that as soon as you are sleeping.
ZOWEL jongens ALS meisjes houden van huisdieren.Both boys and girls like pets.
Zij ziet hem, VOORDAT hij haar ZIET.She sees him BEFORE he sees her.